Bij het maken van onze meubels, houden we zoveel mogelijk rekening met het milieu.
Een eik geeft het aan als het einde nadert. De boom geeft de lichaamssappen terug aan de plek waar hij staat; de takken beginnen af te sterven. Als de boom ‘dood op stam’ is, vellen we de boom. En op de plek planten we een nieuwe.
Bomen komen ook beschikbaar na een storm of bij een wegverbreding. Deze stammen leggen we bij ons in de buurt in het stromende water van de Ijssel.
Dit noemen we wateren, een duurzame conserveertechniek die eeuwenoud is en een hoge kwaliteit hout garandeert.
Wij gebruiken de hele boom. Zo voorkomen we dat de boom ‘afval’ wordt. De schors van de boom wordt verwerkt tot bodembedekker. Een dikke plank wordt een schommel. Een stuk hout met een afwijkende vorm wordt gebruikt door een kunstenaar of als presenteerplank. Het zaagsel is voor de paardenstallen in de buurt. Elk stuk hout krijgt een bestemming. We koesteren de boom.